Basiskennis: Settings

In eerdere artikelen heb ik uitgelegd over licht en hoe dit is te beïnvloeden door middel van diafragma en sluitertijd. Nu is het tijd om dit in te stellen op de camera.

Handleiding

Ik kan uitleggen hoe de basisinstellingen werken, maar elke camera is anders. Daarom raad ik het je dan ook heel sterk aan om de handleiding van je eigen camera goed te lezen. Sommige camera’s hebben een programmakeuzeknop of -wiel. Met daarop bijvoorbeeld de aanduidingen P Tv Av M als belangrijkste. Bij andere camera’s moet je deze instelling in het menu maken. Tot slot kan het zijn dat je ‘fysiek’ een diafragma (meestal op de lens) en/of sluiertijd kiest.

Het belangrijkste is dat er vier standaard-programma’s zijn. Die, afhankelijk van het merk, andere aanduidingen kunnen hebben, maar op onderstaande neerkomen:

  • Automatisch (A of P). De camera kiest sluitertijd en diafragma
  • Sluitertijdvoorkeuze (Tv). De fotograaf kiest de sluitertijd, de camera het diafragma
  • Diafragmavoorkeuze (Av). De fotograaf kiest het diafragma, de camera de sluitertijd
  • Handmatig (M). De fotograaf doet zelf alle instellingen.

Het is afhankelijk van de instellingen en de camera of het ISO instelbaar is of ook automatisch wordt gekozen. Canon heeft bijvoorbeeld een A+ instelling waarbij alles automatisch gaat: diafragma, sluitertijd, ISO en zelfs scherpstelmodus. Daarnaast heeft dezelfde camera een P-stand waarbij ISO en scherpstelmodus door de fotograaf wordt bepaalt, maar waarbij de sluitertijd en het diafragma wel automatisch gaan.

Automatisch

Deze stand moet je eigenlijk niet willen gebruiken. In deze stand bepaalt de camera alles: diafragma, sluitertijd en waarschijnlijk ook ISO. Je hebt geen controle over het eindresultaat. De foto’s zullen waarschijnlijk goed belicht zijn, maar je hebt geen invloed op scherptediepte en bewegings(on-)scherpte. Dit is de stand waarop de camera meestal uit veiligheid op wordt gezet, want in deze stand ‘kan het niet mis gaan’. Hoewel de foto’s inderdaad meestal goed belicht zullen zijn, geeft het weinig ruimte voor creativiteit.

Sluitertijdvoorkeuze

Bij deze instelling kiest de fotograaf de sluitertijd. Dit is belangrijk als je beweging wilt bevriezen en een snelle sluitertijd nodig is. Het kan ook zijn dat je een telelens gebruikt, en bang bent voor bewegingsonscherpte. Ook dan is een korte sluitertijd van belang. En het tegenovergestelde is natuurlijk ook mogelijk: als je bewust kiest voor een lange sluitertijd. Denk bijvoorbeeld aan het fotograferen van een waterval waarbij he water mooi wazig wordt.

Ik gebruik deze instelling eigenlijk alleen voor landschapsfoto’s waarbij beweging van water en/of wolken mooi is. Ik kies dan voor een lange sluiertijd.

Diafragmavoorkeuze

Als je het diafragma kiest, en de camera de sluitertijd laat kiezen, dan heet dat diafragmavoorkeuze. Je hebt dan als fotograaf maximale invloed op de scherptediepte. Deze instelling gebruik ik negen van de tien keer.

Ik vind bij landschappen en macrofoto’s sowieso de zeggenschap over scherptediepte essentieel. Ik bepaal dan met het diafragma of ik de foto van voor tot achter scherp wil hebben (f/16) of dat ik de nadruk wil leggen op een deel van de foto (f/2.8).

Bij foto’s van dieren en vogels is het belangrijk dat de sluitertijd hoog genoeg is om bewegingsonscherpte te voorkomen. Sluitertijdvoorkeuze ligt voor de hand. Maar toch kies ik er voor om met diafragmavoorkeuze een hele grote opening in te stellen (f/2.8). Dit zorgt er namelijk voor dat het onderwerp mooi loskomt van de achtergrond met een maximale sluitertijd. Ik hou de sluitertijd met een schuin oog in de gaten. Zakt de sluitertijd teveel doordat het donkerder wordt, dan stel ik een hogere ISO in. Standaard 100, bij minder licht ISO 200-1600.

Handmatig

Bij handmatige instellingen kies je, zoals de naam al zegt, alles zelf. Je moet dan weten hoeveel licht er beschikbaar is om de foto te maken. In de natuurfotografie zal je deze instelling dan ook niet gauw gebruiken. Het is meer iets voor studiofotografie en bijvoorbeeld fotografie in een sporthal. In ieder geval bij gelijkblijvende of regelbare lichtomstandigheden. Ik behandel deze instelling daarom hier verder niet.

Ik doe zelf naast natuurfotografie ook veel aan modelfotografie. Dit is te zien op mijn andere website: stylish.nl. Die website is alleen geschikt voor volwassenen.

Belichtingscompensatie

Via een instelwiel of via het menu kan je meestal ook de belichtingscompensatie instellen. Dit is belangrijk als je foto’s wilt maken die lichter of donkerder zijn dan standaard. Foto’s in de sneeuw zullen bijvoorbeeld zonder compensatie te donker worden. De camera snapt de sneeuw namelijk niet en zal de foto als een gemiddelde foto belichten. De plus (+) gebruik je in situaties waarbij je meer licht toe wil voegen aan de foto (zoals het voorbeeld van de sneeuw). De min (-) is om foto’s donkerder te maken door onder te belichten. Denk aan een donkere vogel tussen de struiken. Zonder compensatie zou die foto te licht worden.

Nu aan het kijken:

Thomas Heaton

Nu aan het lezen:

Macrofotografie

De kunst van close-ups

Edwin Giesbers