Kies een camera

Het kiezen van een camera is iets waarover ik heel veel weet, en toch ook datgene waarover ik misschien wel het meeste twijfel. De ene dag denk ik: het gaat niet om de camera, het gaat om kunnen zién. Om even later weer verlekkerd te kijken naar de specificaties van de nieuwste Sony A7SIII. Ik heb ook meer camera’s dan noodzakelijk.

Het maakt natuurlijk uit wat je onderwerp is. Fotografeer je landschappen? Dan kan je best een eind komen met een compactcamera of een mobiel. En ook dan zal je waarschijnlijk op een gegeven moment op zoek gaan naar betere lenzen en meer pixels. Maar als je close-ups wilt maken van een Berggorilla, dan ontkom je niet aan een camera met een flinke telelens.

Bij het kiezen van een camera zijn een paar aandachtspunten te noemen:

  • Type camera: compactcamera, bridge-camera, spiegelreflex (dslr) of systeemcamera. Alle vier met hun specifieke voor- en nadelen
  • Sensorgrootte: niet het aantal pixels, maar de fysieke grootte van de sensor. Deze heeft veel invloed op de bouw van de camera en de vergrotingsfactor van de lenzen.
  • Budget: stel je budget vast vóór je je gek laat maken door de talloze verschillende mogelijkheden

Type camera

Compactcamera

De compactcamera doet zijn naam eer aan: hij is compact, klein. De lens van een compactcamera zit vast aan de camera en is dus niet verwisselbaar. Vaak wordt een compactcamera gezien als amateuristisch; daar ben ik het niet mee eens. Als je een hele goedkope camera wilt, kom je vaak uit bij een compactcamera, daar komt dit beeld dus vandaan. Maar er zijn ook erg goede compactcamera’s met professionele beeldkwaliteit.

Ik gebruik zelf een Panasonic DC-LX100II voor landschapsfoto’s en close-ups als ik aan het wandelen ben.

Bridgecamera

Een bridgecamera is ook een camera met een vaste lens. Maar dit is, in tegenstelling tot de meeste compactcamera’s, een lens met een groot telebereik. De camera is daardoor minder compact en kan zelf behoorlijk fors zijn. De lens en de camera zijn uitstekend op elkaar afgestemd.

Ik ben in bezit van een Sony DSC-RX10IV. Deze camera heeft een flink zoombereik. Je hebt daardoor geen andere camera nodig als je op stap gaat. Het is onvoorstelbaar dat je met een camera van slechts één kilo alles bij je hebt van 24mm groothoek tot 600mm telelens. De beeldstabilisatie en scherpstelling is ook prima.

Spiegelreflexcamera (dslr)

De spiegelreflexcamera is ook bekend onder zijn Engelse afkorting: dslr. Dit staat voor Digital Single Lens Reflex. Een spiegelreflexcamera heeft een spiegel die tijdens het maken van de foto opklapt. Dit geeft dit type fototoestel zijn karakteristieke geluid. De lenzen bij dit type camera zijn verwisselbaar.

De zoeker is dus analoog: je kijkt via de spiegel door de lens naar je onderwerp. Op het moment dat je een foto maakt, klapt de spiegel dus even op, zodat het licht niet naar de zoeker, maar naar de sensor gaat. Dit is onder professionele fotografen eigenlijk het meest gebruikte type camera. Maar misschien gaat dit type camera ooit wel verdwijnen door de komst van goede systeemcamera’s.

Een dikke twintig jaar geleden kocht ik als professioneel fotograaf als een van de eersten een digitale spiegelreflexcamera. Sindsdien heb ik mijn Canon af en toe van een upgrade voorzien en momenteel gebruik ik de Canon EOS 80D. Ik kan deze camera blindelings bedienen. De kwaliteit is geweldig, en ik heb er prachtige lenzen bij. Toch gebruik ik deze camera minder en minder voor natuurfotografie maar bijna alleen nog maar in de studio voor modelfotografie. De reden? Het gewicht. Met een 300mm f/2.8 lens bijna 3,5 kilo!

Systeemcamera

Ik vind de Nederlandse naam ‘systeemcamera’ eigenlijk wat verwarrend. Als er iets van oudsher een systeemcamera is, dan is het wel de spiegelreflex. In het Engels is de term mirrorless gangbaar. De combinatie van deze woorden is precies wat het is: een systeemcamera (verwisselbare lenzen, flitsers etc.) zonder spiegel.

Het licht valt door de lens op een sensor. Deze sensor geeft dat beeld door aan een scherm op de achterkant van de camera of aan de zoeker. Op het moment dat je een foto maakt, sla je eigenlijk een snapshot van dit continue beeld op op de geheugenkaart. Doordat dit type camera geen spiegel meer nodig heeft, kan hij compacter gebouwd worden. Het heeft lang geduurd voordat dit type camera door serieuze fotografen werd omarmd. Dit kwam met name door de vertaging die er zat in het doorgeven van het beeld. Met name bij actie, zoals vliegende vogels, wil je natuurlijk live beeld hebben. Dit is inmiddels zo sterk verbeterd dat ik me afvraag of er in de toekomst een markt blijft bestaan voor camera’s met een spiegel.

Ik ben in bezit van een Olympus OM-D E-M5 II en een Panasonic DC-G9. Mijn eerste zelfgekochte camera, waar ik lang voor had gespaard, was een Olympus OM-10 (1984). Ik ben dan ook ontzettend gecharmeerd van de robuuste, vierkante, stoere look. Maar om twee redenen is dit toch niet de perfecte camera voor mij. Ten eerste werkte de camera slecht samen met de lens die ik erbij had gekocht: de Lumix 100-300. Hij bleef maar hikken tijdens het scherpstellen. Er waren twee opties: of een Olympus-lens bij de Olympus-body kopen, of een Panasonic-body bij de Panasonic-lens. De tweede reden dat dit niet mijn perfecte camera is, gaf de doorslag. De aan/uit-knop zit aan de verkeerde kant. Dat klinkt niet als een groot probleem, maar ik heb de camera tijdens het lopen op mijn rechterzij hangen. Ik pak hem met mijn rechterhand, en ik wil hem dan aan kunnen zetten zelfs als ik mijn linkerhand niet vrij heb. Lees ook de side-note over de aan/uit-button in de rechterbalk.

Conclusie als het gaat om type camera: ik kies op dit moment voor een systeemcamera.

Sensorgrootte

Met de grootte van de sensor bedoel ik de fysieke afmetingen. Op de sensor zitten lichtgevoelige cellen. Het aantal drukken we uit in megapixels (MP). Op dit moment liggen die aantallen grofweg tussen de 10MP en 40MP. Hoe meer megapixels hoe meer detail een foto kan bevatten. Maar goed, daar gaat het hier dus niet om. De fysieke afmetingen van de sensor zijn erg belangrijk. Op een grote sensor is meer ruimte voor de lichtgevoelige cellen, waardoor de kwaliteit vaak beter is. Een grotere sensor kan ook meer licht opvangen en is dus lichtgevoeliger. Het voordeel van een kleinere sensor zit hem vooral in de vergrotingsfactor en het feit dat een kleinere sensor een kleinere/lichtere camera mogelijk maakt.

De vergrotingsfactor heeft te maken met de uitsnede die de sensor maakt uit de cirkel van licht die wordt geprojecteerd door de lens. Zie onderstaand voorbeeld. Het volledige beeld dat geprojecteerd wordt door de lens is een cirkel. Een full-frame (letterlijk: volldig beeld) sensor haalt daar een zo groot mogelijke rechthoek uit. Een kleinere sensor snijdt een kleinere rechthoek uit. Het resultaat is een foto die verder lijkt ingezoomd.

Met welke factor je inzoomt, wordt de vergrotingsfactor genoemd. In het Engels: crop factor. Een vuistregel is dat een 50mm lens op een full-frame camera ongeveer het beeld geeft van wat het menselijk oog ziet. Een 600mm lens op een full-frame camera ‘vergroot’ dan 12x. Deze mate van vergroting is voor mij een belangrijke maatstaf. Het is een dusdanige vergroting dat je foto’s kan maken met een wow-effect zonder extreem dicht bij je onderwerp hoeft te zijn. Als je in de natuur het wow-gevoel krijgt (die is dichtbij!) dan krijg je dat met 12x vergroting ook.

Terug naar de sensorgrootte. Deze worden aangeduid met namen. Full-frame is dus de ‘standaad’. Deze heeft hetzelfde formaat als vroeger in het analoge tijdperk de kleinbeeld negatieven: 24×36 millimeter. Deze heeft dus géén vergrotingsfactor. Alle andere lenzen/brandpuntsafstanden worden omgerekend naar full-frame. Voor de wow-factor, nogmaals, heb je op een full-frame camera dus een 600mm lens nodig… duur, zwaar.

Eén stapje kleiner dan full-frame is APS-C. De vergrotingsfactor van APS-C is 1,5x. Voor een 12x vergroting heb je dan een 400mm lens nodig. Ik gebruik op mijn Canon EOS 80D een 200mm lens met een 2x converter om aan 400mm te komen. De Canon EOS 80D is een APS-C camera dus het effect is dan dat van een 600mm lens.

Nog een stap kleiner is Micro Four Thirds, M43 of Micro 4/3. De vergrotingsfactor is 2x. Dus makkelijk rekenen: een 300mm lens levert een 600mm full-frame equivalent.

Dan is er nog de 1″ (one inch) sensor. Ik ken deze niet in camera’s met verwisselbare lenzen, maar hij zit bijvoorbeeld wel in de Sony DSC_RX1-IV waardoor deze een relatief lichte lens kan hebben. De cropfactor is niet van belang omdat je geen lenzen hoeft om te rekenen. De kleinste sensor is de 1/2″ (half inch) sensor die bijvoorbeeld in mobiele telefoons zit.

Samenvattend: een kleinere sensor boet wat in aan kwaliteit en lichtsterkte, maar maakt het gebruik van goedkopere, lichtere lenzen mogelijk. Ik gebruik tijdens mijn natuurwandelingen de Panasonic DC-G9. Dit is een Micro 4/3 camera. Met de Panasonic 100-300mm lens is dit een superlichte combinatie waarmee ik toch dichtbij mijn onderwerp kan komen. Ik gebruik de zwaardere combinatie (Canon EOS 80D met 300mm f2.8 of 200mm met 2x extender) alleen als ik in een schuilhut ga zitten.

Budget

Hier kan ik kort over zijn, maar toch is het belangrijk. Er is voor elk budget een camera. En ja, duurder is vaak beter. Maar het is echt niet zo dat je geen goede foto’s kan maken met een klein budget. Het kan lonen om een goede camera te kopen met één lens, en er een tweede lens bij te kopen als het fotograferen bevalt.

Bedenk wat je wilt en hoeveel je te besteden hebt. Bepaal daarbij jouw ideale apparatuur. Gebruik hiervoor dit artikel over camera’s en dit artikel over het kiezen van de juiste lens. En denk ook aan uitgaven voor misschien een statief, een flitser en een goede fototas. Je mag altijd contact opnemen met specifieke vragen. Doe dit het liefste via mijn instagram account.

Op Youtube:

Welke camera gebruik ik tijdens mijn wandelingen om dieren te fotograferen?

Nu aan het lezen:

Macrofotografie

De kunst van close-ups

Edwin Giesbers

De aan/uit-knop van Olympus

Zoals je kan lezen in dit artikel, ben ik niet gecharmeerd van de aan/uit-knop op de huidige Olympus modellen. Maar ooit was dit nog veel erger. Op mijn eerste Olympus, de Olympus OM-10 (analoog) zat bij de aan/uit-knop ook een batterij-test functie. Als je de schakelaar van uit naar aan schoof, kon je hem doorschuiven naar test. Je hoorde dan een piep als je batterij vol was. Ontzettend leuk natuurlijk, behalve als je de knop aanraakte bij het opbergen van je camera. Nadat mijn baterijen voor de zoveelste keer in mijn tas waren leegelopen, heb ik deze test-functie met stukjes plakband afgeplakt.