Onderwerpen: Bloemen

Bloemen zijn een geliefd onderwerp voor natuurfotografen. Ze lopen of vliegen niet weg en ze kunnen prachtige kleuren, vormen en structuren hebben. Beginnen met het fotograferen is eenvoudig. Op deze pagina lees je tips om je bloemenfoto’s te verbeteren.

NB: Dit artikel bevat gesponsorde links

Binnen of buiten?

Als natuurfotograaf ben je waarschijnlijk het liefste buiten. Het ligt dan ook voor de hand om bloemen buiten te fotograferen. Toch fotografeer ik zelf ook regelmatig bloemen in mijn studio. Buiten heb je de bloemen in hun natuurlijke omgeving, met natuurlijk licht. Je laat je verrassen door wat je tegenkomt. In een studio heb je volledige controle over belichting, en heb je alle tijd om de bloemen van alle kanten te bestuderen. Aan de andere kant ben je beperkt tot de bloemen die je voorhanden hebt.

Een leuke combinatie is het project ‘Meet Your Neighbours‘ dat is opgezet door Niall Benvie en Clay Bolt. Bloemen (en dieren) worden in de natuur gefotografeerd, maar met een draagbare studio zodat ze altijd een zelfde belichting en achtergrond hebben.

Bloemen volgens het principe van Meet Your Neighbours. Copyright: Pierre Escoubas

Denk eraan dat bloemen plukken om ze thuis of in de studio te fotograferen over het algemeen geen goed idee is, of zelfs strafbaar. Voor foto’s in de studio gebruik ik altijd bloemen van de bloemist.

Tip: Weet je niet welke bloem of plant je op de foto hebt gezet? Lees dan mijn artikel ‘Soorten herkennen met een app‘.

Lenzen

Voor het fotograferen van bloemen en planten wordt meestal een macrolens (bijvoorbeeld 100mm) gebruikt. Een vaste brandpuntlens van bijvoorbeeld 50mm of 85mm is ook uitstekend. En tot slot kan je zelfs bloemenfoto’s maken met een telelens. Een macrolens is ideaal om in te zoomen op details en lenzen met een vast brandpunt hebben vaak een groot diafragma (bijvoorbeeld f/1.8) waardoor je kan werken met een kleine scherptediepte.

Deze kleine scherptediepte is een van de belangrijkste tips voor het fotograferen van bloemen. Door geringe scherptediepte te gebruiken, komt de bloem mooi los van zijn omgeving.

Statief

Het kan handig zijn om een statief te gebruiken. Dit zorgt dat je in ieder geval geen onscherpte krijgt door beweging van de camera. Ook kan je dan iets rustiger je compositie bepalen en controleren. Vaak is het al erg genoeg als de bloem beweegt door de wind. Het laatste wat je dan wil, is dat je camera ook nog eens beweegt. Wil je toch iets beweeglijker zijn, dan is een éénbeenstatief misschien iets voor jou.

Licht

Als je buiten fotografeert, lijkt een flitser in eerste instantie misschien overbodig. Je hebt over het algemeen genoeg licht. Toch kan een flitser helpen om de bloem mooier los te maken van de achtergrond. Door in te flitsen op je onderwerp, kan je de achtergrond donkerder maken. Flits nooit recht van voren, daardoor verliest de bloem zijn diepte. Je kan de flitser bijvoorbeeld in je ene hand houden, en de camera in je andere. Zorg wel voor een diffuser op de flitser voor minder scherp licht.

Een andere manier om mooi licht te krijgen is door vroeg op te staan, en gebruik te maken van het tijdstip waarop het zonlicht nog niet zo fel is. Een bewolkte dag is natuurlijk ook een mooie gelegenheid.

En tenslotte kan je ook gebruik maken van een reflectiescherm. Als je naast een reflectiescherm ook nog een zwart scherm hebt dat als achtergrond kan dienen, ben je helemaal voorzien.

Een mooi boek om te lezen over dit onderwerp:

Nu aan het kijken:

Thomas Heaton

Nu aan het lezen:

Macrofotografie

De kunst van close-ups

Edwin Giesbers